Apotheek Berflo-Es

Twekkelerweg 122 7553 LN Hengelo ov Tel:074-2439435

Medische Encyclopedie

Inhoud

fluoxetine

Fluoxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI’s.
Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI’s verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals dwangstoornis (OCD), paniekstoornis, sociale fobie en posttraumatische stressstoornis. Het wordt ook gebruikt bij boulimia nervosa, bij bepaalde menstruatieklachten (namelijk het premenstrueel syndroom), bij voortijdige zaadlozing, bij narcolepsie (slaapziekte) en bij prikkelbare-darmsyndroom.

Wat doet fluoxetine en waarbij gebruik ik het?

Depressie

Verschijnselen
Bij depressiviteit is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

Behandeling
Depressieve klachten kunnen behandeld worden met psychotherapie (gesprekken), met medicijnen, of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt vervolgens van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn de arts zal starten

Effect
Fluoxetine vermindert de depressieve klachten. U voelt zich energieker en uw stemming verbetert. Het is belangrijk het medicijn dan nog ongeveer een halfjaar te blijven gebruiken. Daarmee verkleint u de kans dat de depressie terugkomt. Bij ouderen en mensen die eerder een depressie hebben gehad adviseren artsen vaak om dit medicijn langer te gebruiken.

Werking
Het kan 4 tot 6 weken duren voordat u het effect van fluoxetine merkt. De eerste weken kunt u wel last krijgen van de bijwerkingen en angstgevoelens. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over depressie . “

Angstgevoelens en gespannenheid

Verschijnselen
Iedereen is wel eens angstig. Angst is een normale reactie bij dreigend gevaar. Het leidt tot voorzichtigheid of tot vluchten, en is dus een nuttige vorm van zelfbescherming.

Soms is iemand angstig terwijl daar weinig aanleiding voor is, bijvoorbeeld als u niet naar buiten durft, of geen boodschappen durft te doen in een drukke winkel. We spreken dan van een angststoornis.

Angst geeft vaak klachten als hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen en prikkelbaarheid. Hevige angst kan leiden tot hartkloppingen, benauwdheid, zweten, pijn op de borst, trillen, het gevoel flauw te vallen of tintelingen in de armen en benen.

Behandeling
Angstgevoelens en gespannenheid worden meestal behandeld met psychotherapie (gesprekken) of met medicijnen, zoals fluoxetine of met een combinatie van beide. Uw arts zal samen met u afwegen welke aanpak het beste is in uw situatie.

Effect
Fluoxetine vermindert vooral de angstgevoelens zoals piekeren, slaapproblemen, prikkelbaarheid en trillen.

Het is belangrijk om het medicijn minstens een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Werking
Het kan 1 tot 3 maanden duren voordat u het effect van fluoxetine merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de angstklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over angstgevoelens en gespannenheid . “

Dwangstoornis

Verschijnselen
Een dwangstoornis, zoals smetvrees, is een angststoornis waarbij mensen de drang voelen om voortdurend bepaalde handelingen uit te voeren, zoals overdreven vaak schoonmaken en wassen. Een medische term voor een dwangstoornis is een ‘obsessief-compulsieve stoornis’.

Behandeling
Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van depressieve klachten of angstgevoelens kan uw arts u adviseren ook fluoxetine te gebruiken.

Effect
Het kan één tot drie maanden duren voordat u het effect van fluoxetine merkt. U kunt wel vanaf het begin last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over dwangstoornis . “

Paniekstoornis

Verschijnselen
Bij een paniekstoornis hebben mensen ongewoon sterke aanvallen van paniek. U krijgt dan allerlei lichamelijke verschijnselen, zoals zweten, trillen, duizeligheid, misselijkheid, slappe benen en hartkloppingen. U kunt tijdens een aanval het gevoel hebben dat u doodgaat of gek wordt.

Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last, maar bij een paniekstoornis heeft u ongewoon sterke aanvallen van paniek. De aanvallen beheersen dan uw leven. Ook kunt u een voortdurende angst hebben om opnieuw een paniekaanval te krijgen. Sommige mensen proberen ook de situatie waarin een paniekaanval ontstaat te vermijden. Soms lukt het niet meer te gaan werken of naar buiten te gaan (straatvrees) uit angst voor een nieuwe aanval.

Behandeling
Iedereen heeft wel eens een lichte mate van paniek ervaren, maar als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn en dat van de mensen in uw omgeving sterk verminderen.

De behandeling van een paniekstoornis bestaat uit gesprekken met een arts of psycholoog (gesprekstherapie). Vaak wordt deze gesprekstherapie gecombineerd met een antidepressivum, zoals fluoxetine.

Effect
Fluoxetine vermindert de kans op en ernst van een paniekaanval. Ook zorgt fluoxetine ervoor dat de paniek tijdens een aanval minder heftig is.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Bij stoppen met het medicijn keren de paniekaanvallen meestal terug, als er verder niets is veranderd door bijvoorbeeld gedragstherapie. Werking Het kan 4 tot 6 weken duren voordat u het effect van fluoxetine merkt. De eerste twee weken van de behandeling kunnen de paniekklachten zelfs toenemen. Ook kunt u de eerste tijd last krijgen van de bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Lees meer over paniekstoornis . “

Sociale fobie

Verschijnselen
Bij een sociale fobie hebben mensen een extreme en ongegronde angst voor kritiek van anderen. Men heeft daarbij last van lichamelijke verschijnselen, zoals trillen, zweten, blozen en hartkloppingen. Hiervan heeft iedereen wel eens in geringe mate last.

Behandeling
Als de klachten extreem vaak voorkomen en zeer heftig zijn, dan kunnen ze uw welzijn sterk verminderen.

Gesprekken met een psychiater of psycholoog (gedragstherapie) vormen de basis van de behandeling. Wanneer u ook last heeft van angstgevoelens kan uw arts u adviseren ook fluoxetine te gebruiken.

Effect 
U merkt het effect van fluoxetine niet meteen. Dit kan 4 weken duren. U kunt wel meteen na het begin van de behandeling last krijgen van bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, want meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs.

Het is belangrijk het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over sociale fobie . “

Posttraumatische stressstoornis

Verschijnselen
Een posttraumatische stressstoornis kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis. Bijvoorbeeld een bedreiging, een verkrachting, een ramp of een ongeluk. Als het niet lukt om dit te verwerken, kan iemand een posttraumatische stressstoornis krijgen.

Dit kan direct na de traumatische gebeurtenis beginnen, of pas veel later. Men krijgt dan verschijnselen van toegenomen angst of spanning die er voor de traumatische gebeurtenis niet waren, bijvoorbeeld slecht slapen, concentratieproblemen of heftige schrikreacties. Ook beleeft men details van de gebeurtenis vaak opnieuw in de vorm van nachtmerries of herinneringen die men niet uit het hoofd kan zetten.

Behandeling
Om de traumatische gebeurtenis te verwerken, kunnen gesprekken met een psychiater of psycholoog (psychotherapie) helpen. Fluoxetine kan helpen bij een posttraumatische stress-stoornis als ook sprake is van depressiviteit

Effect
Het effect van fluoxetine merkt u niet meteen, maar pas na twee tot drie maanden. De eerste twee weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen. Stop dan niet met het gebruik, meestal verminderen de bijwerkingen als u gewend bent geraakt aan het medicijn. Vaak verdwijnen ze zelfs. Het is belangrijk om het medicijn minimaal een jaar te blijven gebruiken. U voorkomt hiermee dat de klachten terugkomen.

Lees meer over posttraumatische stressstoornis . “

Boulimia nervosa

Verschijnselen
Bij boulimia heeft u eetbuien. U eet dan heel veel. Daarna doet u iets om niet dikker te worden. Bijvoorbeeld overgeven, heel veel sporten, een tijd niets eten of uw maag of darmen leegmaken met laxeermiddelen waardoor u makkelijker uw ontlasting kwijt kunt.

Behandeling
Bij deze ziekte is een behandeling door een psychiater of psycholoog noodzakelijk. Fluoxetine kan helpen bij deze behandeling, vooral als u ook depressieve klachten of angstgevoelens heeft.

Effect
U merkt het effect na 6 tot 8 weken, doordat het aantal eetaanvallen en ook de neiging om te willen overgeven afneemt. Of dit effect blijvend is, is niet bekend.

Bij stoppen met het medicijn keren de eetaanvallen meestal terug, als er verder niets is veranderd door bijvoorbeeld psychotherapie.

Lees meer over boulimia nervosa . “

Menstruatieklachten

Verschijnselen
Sommige vrouwen hebben veel last van het premenstrueel syndroom. Dit zijn psychische en lichamelijke klachten in de periode voor de menstruatie. Ze reageren emotioneel, zijn sneller geïrriteerd of somber, hebben pijnlijke borsten, een opgeblazen gevoel, worden zwaarder door vochtophoping of krijgen huidproblemen.

Als de menstruatie eenmaal goed op gang komt, verdwijnen de klachten meestal snel. Dit wordt het premenstrueel syndroom genoemd. Deze klachten ontstaan door normale hormoonveranderingen in de cyclus van de vrouw.

Behandeling
Door stress te vermijden en voldoende te bewegen kunnen de klachten verminderen. Als u minder zout eet gaat u het vasthouden van vocht tegen.

Bij ernstig premenstrueel syndroom schrijft uw arts soms fluoxetine voor. De arts kan u adviseren fluoxetine elke dag te gebruiken of alleen in de twee weken voor u de menstruatie verwacht.

Effect
Bij start 2 weken voor de menstruatie merkt u meestal binnen 3 tot 5 dagen dat fluoxetine werkt. U bent minder emotioneel, minder prikkelbaar en u zult minder vocht vasthouden. Soms laat het effect op zich wachten en merkt u pas na enkele maanden een verbetering.

Lees meer over menstruatieklachten . “

Seksuele stoornissen

Verschijnselen
Er bestaan verschillende seksuele stoornissen. Een vroegtijdige zaadlozing betekent dat de zaadlozing sneller komt dan de man of zijn partner wenst. Als de penis niet stijf wordt of niet lang genoeg stijf blijft, spreken we van een erectiestoornis.

Oorzaak
Een te vroege zaadlozing komt veel voor in de puberteit. Dit gaat meestal vanzelf over. Soms blijven de klachten.

Een vroegtijdige zaadlozing kan verschillende oorzaken hebben, zoals gevoelens, een erectieprobleem, ontsteking van de prostaat, schildklierafwijkingen, medicijnen of een zenuwaandoening.

Behandeling
Praat over uw problemen met uw partner. Ook gesprekken met een arts kunnen de klachten verminderen.

Bij een vroegtijdige zaadlozing helpen soms serotonineheropnameremmers, zoals fluoxetine.

Werking en effect
Fluoxetine verlengt de tijd tot de zaadlozing. Het begint binnen een paar weken te werken.

Lees meer over seksuele stoornissen . “

Narcolepsie

Verschijnselen
Narcolepsie is een slaap- en waakstoornis met slaapaanvallen overdag. U heeft dan overdag slaapaanvallen die u niet tegen kunt houden. Ook kan uw slaap in de nacht vaak worden onderbroken, waardoor u overdag moe en slaperig bent. 

Bij narcolepsie kunnen ook de spieren opeens verslappen (kataplexie). Dit gebeurt meestal als reactie op hevige emoties, zoals lachen of schrikken. Zo’n aanval duurt een paar seconden tot een paar minuten. U bent bij deze aanval bij bewustzijn.

Ook slaapverlamming komt vaak voor. Hierbij verslappen uw spieren net voor u in slaap valt of als u net wakker bent. U kunt zich dan even niet bewegen. 

Oorzaak
De ziekte is zeer zeldzaam en ontstaat meestal tussen het 15e en 30e levensjaar. Het is niet bekend hoe het ontstaat.

Behandeling
Allereerst bestaat de behandeling van narcolepsie uit het zorgen voor regelmaat in uw leven. Bijvoorbeeld door elke dag op dezelfde tijd op te staan en naar bed te gaan. Ook het doen van korte dutjes overdag van 20 tot 30 minuten kunnen helpen.

Verder kan uw arts fluoxetine voorschrijven, vooral als u last heeft van slaapverlamming of plotselinge spierverslapping als gevolg van een hevige emotie.

Werking en effect
Fluoxetine vermindert slaapverlamming en de plotselinge spierverslapping. Het begint binnen een paar weken te werken.

Lees meer over narcolepsie . “

Prikkelbaredarmsyndroom

Verschijnselen
Bij het prikkelbaredarmsyndroom heeft u langdurig last van darmkrampen. Dit zijn pijnlijke samentrekkingen van de darmen die meestal optreden als er voedsel passeert. Ook kunt u last hebben van winderigheid, afwisselend verstopping of dunne ontlasting, een opgezette buik of slijm bij de ontlasting.

Oorzaak
De precieze oorzaak is nog onbekend. Wel is bekend dat voedsel en stress een rol kunnen spelen.

Behandeling
Door vezelrijke voeding te gebruiken, voldoende te drinken, voldoende lichaamsbeweging te nemen en stress te vermijden, kunnen de klachten minder worden. Helpt dit onvoldoende, en heeft u erge pijnklachten? Dan kan uw arts fluoxetine voorschrijven. 

Lees meer over prikkelbaredarmsyndroom . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

De meeste bijwerkingen merkt u vooral in de eerste week het duidelijkst. Daarna worden ze minder of verdwijnen ze zelfs. Ze gaan weer over als u met het medicijn stopt.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, diarree, krampen, overgeven en verminderde eetlust. 

    Dit gaat meestal binnen enkele dagen over, als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van deze bijwerkingen als u het medicijn met wat voedsel inneemt. 

  • Hoofdpijn en moe zijn.

  • Niet kunnen slapen (slapeloosheid).

    Heeft u hier last van, neem het medicijn dan altijd 's ochtends in.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Suf zijn, slaperig zijn en een verminderd reactievermogen.

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij u erg moet opletten, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van een proces op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten als u last heeft van deze bijwerkingen.

  • Problemen met concentreren en zeer zelden problemen met uw geheugen.

  • Duizelig, in de war (verwardheid), angstig en zenuwachtig zijn

    U heeft hier vooral aan het begin van de behandeling last van. Het wordt vanzelf minder.

  • Droge mond

    Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontstaan. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel uw tandarts vaker controleren.

  • Wazig zien en pupilverwijding.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden. Wanneer u glaucoom (verhoogde oogboldruk) heeft, meld dit dan aan uw arts voordat u dit medicijn gaat gebruiken.

  • Verandering van uw gewicht.

    Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als de gewichtsverandering te groot en ongewenst is.

  • Zweten, gapen, trillen en bibberen.

  • Huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Raadpleeg in dat geval uw arts. Zeer zelden komt dit door een allergische reactie op het medicijn en moet u met het medicijn stoppen.

  • Seksuele problemen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en een vertraagde zaadlozing.

    Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft. Sommige mensen blijven last hebben van seksuele problemen, zelfs na het stoppen met het medicijn.

  • Moeilijk kunnen stilzitten en rusteloos zijn.

    Vooral mensen met de ziekte van Parkinson kunnen hier meer last van krijgen. Raapleeg uw arts als dit gebeurt, mogelijk moet de hoeveelheid van dit medicijn worden verlaagd.

  • Hartklachten, zoals hartkloppingen, versnelde hartslag of juist een vertraagde hartslag.

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Problemen met plassen, zoals veel moeten plassen of niet kunnen plassen.

  • Smaakproblemen

    Eten en drinken kunnen anders smaken dan u gewend bent.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hartritmestoornissen

    U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de aangeboren vorm van de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

  • Stemmingsverandering, toename van depressieve gedachten en vijandige gevoelens naar zichzelf of naar anderen.

    Dit kan zich uiten in agressie, zelfverwonding of gedachten aan zelfmoord. Neem contact met uw arts op als depressieve gevoelens juist toenemen of verergeren. Jongeren onder de 18 jaar hebben meer kans op deze bijwerkingen. Zie voor meer informatie over gebruik bij kinderen de tekst fluoxetine bij kinderen.

  • Hallucinaties (dingen zien, voelen of horen die er niet zijn).

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Sneller en langer bloeden bij een verwonding.

    Dit merkt u ook aan blauwe plekken en bloedneuzen. Raadpleeg uw arts als u daar veel last van heeft. Dit medicijn kan problemen geven bij bloedingen. Meld daarom uw arts dat u dit medicijn gebruikt wanneer u een operatie moet ondergaan.

  • Mensen met epilepsie hebben kans op een toename van het aantal aanvallen. Overleg hierover met uw arts.

  • Leverziekten. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. 

    Waarschuw bij deze klachten uw arts.

  • Haaruitval

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Overgevoeligheid

    U kunt dit merken aan huiduitslag, jeuk en galbulten. Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. In zeldzame gevallen ontstaat er bij allergie koorts, opgezwollen lippen, tong of gezicht of overgevoeligheid voor zonlicht. Stop dan meteen het gebruik en raadpleeg uw arts. Bij allergie mag u mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor fluoxetine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Mensen met het Brugada-syndroom, een erfelijke hartziekte, hebben mogelijk een grotere kans op hartritmestoornissen. 

    Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn. Als u dit medicijn toch moet gebruiken, zal uw arts u extra controleren.

  • Oorsuizen en problemen met praten, zoals stotteren.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik fluoxetine gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast fluoxetine een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, diclofenac, acetylsalicylzuur, naproxen en celecoxib. Deze medicijnen kunnen bijwerkingen op de maag veroorzaken, zoals een maagbloeding. Gelijktijdig gebruik van fluoxetine vergroot de kans op deze bijwerkingen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller. Die heeft dat nadeel niet.
    Wees extra alert als u toch fluoxetine samen met een ontstekingsremmende pijnstiller moet gebruiken, en raadpleeg uw arts bij maagklachten.
    Meestal adviseert de arts u een maagbeschermer te slikken om maagklachten te voorkomen. Overleg met uw arts of dat bij u nodig is.
  • Middelen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline) en vortioxetine. De hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed kan toenemen. Hierdoor kunnen ze te sterk werken en meer bijwerkingen geven als u ze tegelijk met fluoxetine gebruikt. Raadpleeg uw arts, zodat deze eventueel de doseringen kan verlagen. Ook als u al bent gestopt met dit medicijn kan het enkele dagen tot weken duren voor u een nder medicijn tegen depressie veilig kunt gebruiken.
  • Venlafaxine, een andere medicijn tegen depressie. Dit medicijn remt de afbraak van venlafaxine. U kunt meer last krijgen van bijwerkingen zoals slaperigheid, nervositeit, maagdarmklachten, trillen, hartkloppingen en duizeligheid. Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Uw arts zal u extra controleren.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Fluoxetine kan de werking van de bloedverdunner versterken. Neem contact op met de trombosedienst als u fluoxetine gaat gebruiken, de dosis verandert of als u stopt met het gebruik.
  • De plastabletten chloortalidon, chloorthiazide, hydrochloorthiazide, epitizide en indapamide. Als u een van deze medicijnen samen met fluoxetine gebruikt, heeft u de eerste weken een verhoogde kans op een tekort aan natrium in het bloed. Dat kan vooral ontstaan door vochtverlies, zoals bij braken, diarree, koorts en hitte. U merkt dat aan plotselinge ernstige vermoeidheid, sufheid, slecht aanspreekbaar zijn, verminderde eetlust, braken en diarree. Waarschuw dan meteen uw arts.
  • Metoprolol, bijvoorbeeld gebruikt bij hart- en vaatziekten. Fluoxetine kan de hoeveelheid metoprolol in het bloed verhogen. Hierdoor kunnen de werking en bijwerkingen van metoprolol toenemen. U kunt dan bijvoorbeeld last krijgen van een te trage hartslag. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn
  • Carbamazepine en fenytoïne, onder andere gebruikt bij epilepsie, verdwijnen minder snel uit het lichaam. Hierdoor kan er te veel van in het bloed komen. U zult de hoeveelheid carbamazepine of fenytoïne in uw bloed regelmatig moeten laten controleren. De arts zal de dosering dan eventueel verlagen.
  • Hartvaatmedicijnen van de groep calciumblokkers, namelijk amlodipine, barnidipine, felodipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine, nifedipine en nimodipine. Deze medicijnen kunnen in combinatie met fluoxetine meer bijwerkingen geven, zoals opgezwollen enkels of onderbenen, hoofdpijn, blozen en duizeligheid. Neem in dat geval contact op met uw arts.
  • Flecaïnide, een medicijn bij hartritmestoornissen. De hoeveelheid flecaïnide in uw bloed kan te hoog worden en bijwerkingen geven. Uw arts zal de hoeveelheid flecaïnide in uw bloed regelmatig controleren.
  • Clozapine een medicijn tegen psychose. Fluoxetine kan de hoeveelheid clozapine in het bloed verhogen en hierdoor de bijwerkingen van clozapine versterken. Neem contact op met uw arts. Wellicht kan deze u een ander medicijn voorschrijven.
  • Tamoxifen, gebruikt bij bepaalde vormen van borstkanker. Fluoxetine kan het effect van tamoxifen verminderen. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
  • Pimozide, een medicijn tegen psychose. Bij combinatie met pimozide heeft u een verhoogd risico op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Gebruik het NIET samen met pimozide, behalve als dit volgens uw arts onvermijdelijk is.
  • Medicijn tegen psychose, zoals aripiprazol, brexpiprazol, perfenazine en risperidon. Fluoxetine kan de hoeveelheid van deze medicijnen in het bloed verhogen. Hierdoor kunt u meer bijwerkingen krijgen. Neem hierover contact op met uw arts.
  • Atomoxetine, gebruikt bij ADHD. Fluoxetine kan de werking van atomoxetine versterken. Hierdoor kunnen bijwerkingen toenemen. Uw arts zal de dosis controleren en eventueel aanpassen. Bij stoppen met fluoxetine kan de werking van atomoxetine afnemen. Overleg hierover met uw arts of apotheker.
  • Sommige medicijnen tegen het virus waar aids van kunt krijgen (hiv).Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.

Bij combinatie met de volgende medicijnen is er een kleine kans op een ernstige bijwerking, het serotoninesyndroom.

  • De pijnstillers pethidine en tramadol.
  • Het antibioticum linezolid.
  • Medicijnen tegen depressie van de tricyclische groep (amitriptyline, clomipramine, dosulepine, doxepine, imipramine, maprotiline en nortriptyline), trazodon en vortioxetine.

Overleg bij deze medicijnen met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven die dit risico niet heeft. Moet u de combinatie wel gebruiken let dan op de verschijnselen, zoals trillen, beven, bewegingsdrang, spiertrekkingen, opgewondenheid, In de war zijn (verwardheid), angst, koorts, zweten, versnelde hartslag en een verminderd bewustzijn.

Er is bij deze verschijnselen niet altijd sprake van het serotoninesyndroom. Sommige van deze bijwerkingen kunnen ook bij uw ziekte horen of vanzelf weer weg gaan. Raadpleeg bij twijfel wel uw arts, omdat het een ernstige bijwerking is.
Vertel ook aan mensen uit uw naaste omgeving over deze bijwerkingen, omdat u ze door de verwardheid en het verminderde bewustzijn mogelijk niet altijd merkt. Zij kunnen dan contact opnemen met de huisarts.

Bij de volgende medicijnen is de kans op deze bijwerking relatief groot. Deze mag u niet samen met fluoxetine gebruiken. Overleg met uw arts.

  • Dextromethorfan, een medicijn tegen hoest. Ook na stoppen met dextromethorfan duurt het één dag voordat u fluoxetine kunt gebruiken.
  • Selegiline en rasagiline, medicijnen tegen de ziekte van Parkinson en
    fenelzine, tranylcypromine en moclobemide, medicijnen tegen depressie. Ook als u al gestopt bent met fluoxetine duurt het een week voor u deze medicijnen veilig kunt gebruiken. Andersom duurt het twee weken voor u, na stoppen met deze medicijnen, met fluoxetine mag beginnen. Bij moclobemide kunt u al één dag na het stoppen met fluoxetine beginnen.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperig zijn. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen. Deze bijwerkingen komen vooral de eerste week van het gebruik voor. Ook als de dosering omhoog of omlaag gaat, kunt u (extra) last hebben van deze bijwerkingen. Ook dan mag u niet autorijden.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Let op: ook depressie of erge paniekaanvallen kunnen een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) wilt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf of slaperig worden. Ook als u hier niets meer van merkt omdat u gewend bent geraakt aan fluoxetine. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden. Weeg met uw arts de ernst van uw ziekte af tegen het risico van dit medicijn voor het kind.
Er is veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap. En er zijn geen aanwijzingen op een sterk verhoogd risico op aangeboren afwijkingen bij de baby. Wel is bekend dat bij de baby ontwenningsverschijnselen kunnen ontstaan wanneer u dit medicijn voor lange tijd gebruikt tijdens de laatste 3 maanden van de zwangerschap (3e trimester). Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen.
Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw ziekte niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de baby of voor u zijn. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Dit medicijn komt in de moedermelk.

Als u samen met uw arts besluit dat u borstvoeding gaat geven, let dan goed op mogelijke bijwerkingen bij de baby. Dit merkt u doordat uw baby minder goed drinkt, slecht slaapt, suf is, veel huilt of niet goed groeit. Als deze bijwerkingen optreden, neem dan contact op met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

  • Oplostabletten (‘dispers’): laat de tablet uit elkaar vallen in water. Roer en drink op. Spoel het glas daarna met water en drink dat ook op.
  • Capsules: innemen met een half glas water zonder te kauwen.

Wanneer?
Het maakt niet uit hoe laat u dit medicijn inneemt. Wordt u erg suf door dit medicijn? Neem het dan ’s avonds in voordat u naar bed gaat. Heeft u veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen? Neem het dan ’s ochtends in.

Hoelang?

  • Depressiviteit. Als het medicijn na 10 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal zes maanden blijven gebruiken. Dan heeft u minder kans dat de depressiviteit terugkomt.
  • Angstgevoelens en gespannenheid. Als het medicijn na 3 maanden geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal een jaar blijven gebruiken.
  • Dwangstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Als het goed werkt moet u het meestal meerdere jaren blijven gebruiken.
  • Paniekstoornis. Als het medicijn na 6 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken.
  • Sociale fobie. Als het medicijn na 12 weken nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog een jaar blijven gebruiken
  • Posttraumatische stressstoornis. Als het medicijn na 3 maanden nog geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts. Na verbetering van de klachten moet u het meestal nog minstens een jaar blijven gebruiken.
  • Eetaanvallen. Als het medicijn na 4 weken geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts.
  • Premenstrueel syndroom (PMS). De arts kan u adviseren dit medicijn elke dag te gebruiken of alleen in de 2 weken voor u de menstruatie verwacht. Als het medicijn na drie menstruaties geen effect heeft, is het waarschijnlijk niet zinvol ermee door te gaan. Spreek hierover met uw arts.
  • Prikkelbare-darmsyndroom. Heeft u na 12 weken nog steeds last? Dan heeft verdere behandeling met dit medicijn geen zin. Na verbetering van de klachten gebruikt u het meestal 6 maanden of langer.

Bespreek gedurende de hele behandeling alle veranderingen in uw gedrag of stemming steeds met uw arts. Het kan zijn dat u niet goed of onvoldoende op dit medicijn reageert en misschien meer baat zult vinden bij een ander medicijn.

Terug naar overzicht